In de ban van de pandemie
In 1976 ben ik gestart in de gezondheidszorg en sinds die tijd heb ik regelmatig onder bijzondere omstandigheden gewerkt. Dat ik ooit oog in oog kwam met een pandemie had ik echter nooit gedacht.
Net als iedereen op de wereld heb ik sinds het ontstaan van het virus het nieuws nauwlettend in de gaten gehouden. In het begin was het allemaal nog zo ver weg dat ik mij eigenlijk niet kon voorstellen dat we hiermee ook in Nederland geconfronteerd zouden worden. Het begon dichterbij te komen toen de beelden van toeristen op de cruiseschepen voorbij kwamen en mensen verplicht in hun hotels moesten blijven tegen het coronavirus. Ik was vooral blij dat ik niet zo’n mooie reis had geboekt en veilig en wel op Nederlandse bodem verbleef. Tot het nieuws kwam dat er iemand in Brabant tijdens het carnaval besmet was, toen begonnen de alarmbellen te rinkelen.
Als manager bij CMO ben ik verantwoordelijk voor zo’n 90 medewerkers die in 44 ziekenhuizen overledenen verzorgen, politie assisteren en obductieassistentie leveren. Uiteraard hadden we een continuïteitsplan en diverse scenario’s op de plank indien er binnen een team (bijna) alle medewerkers uit zouden vallen. Of wat we moeten doen als er in een bepaald ziekenhuis een capaciteitstekort dreigt voor het koelen van overledenen. En dan toch laat je je door jezelf in de maling nemen, want ook ik dacht er niet serieus genoeg over. Ook ik had niet verwacht dat het zo’n landelijk probleem zou gaan worden.
Op dat moment ben ik mijn voorraden in ruime hoeveelheden aan gaan vullen en heb ik noodplanningen gemaakt voor het geval er veel medewerkers tegelijkertijd ziek zouden worden. Het was gelukkig nog vrij rustig in Nederland en ook de carnavalstijd waren we goed door gekomen, carnaval is jaarlijks al een bron voor griepgevallen. Tot ik zondagmiddag 1 maart werd opgeschrikt door het nieuws dat er een besmetting was vastgesteld in een ziekenhuis waar CMO werkzaam is. Dat was het startsein van de zware tijd. Vanaf dat moment heb ik geen rustige dag gehad. Zeven dagen per week staat de telefoon roodgloeiend en word ik overspoeld met protocollen, richtlijnen en vooral heel veel vragen. Niet alleen vanuit de ziekenhuizen maar ook vanuit de Gemeenten en uitvaartbranche.
Er zijn de afgelopen tijd drastische maatregelen genomen om de spreiding van het virus maximaal te remmen. Toch hebben ook wij binnen de organisatie een positief geteste medewerker die in een zorgelijke situatie thuis zit. Ook dreigt er een schaarste aan mondmaskers te ontstaan, wat in ons werkgebied grote gevolgen kan hebben. En misschien blijft het niet bij een schaarste aan mondmaskers en ontstaan er nog meer tekorten.
Maar we zetten met zijn allen de schouders er onder. Het team van CMO doet er alles aan om te ontzorgen en zet al haar kennis en kunde in, zodat onze klanten niet hoeven na te denken over de overleden patiënten. Onze medewerkers doen wat ze kunnen, staan hun mannetje en denken vrijwillig mee over het spreiden van risico’s voor de ziekenhuizen. Een regio opsplitsen in twee teams is gebeurd binnen het uur en communicatie verloopt zeer soepel via WhatsApp. Als ik oud-medewerkers benader met de vraag of ze ons willen ondersteunen in deze moeilijke tijd, reageren ze allemaal heel positief. Ze willen gelijk hun steentje bij dragen.
Maar onder dit alles sluimert er ook bij veel mensen angst. Ik besef me dat ik ook hier veel aandacht aan moet geven en het zeker niet moet wegmoffelen. Via de media worden ze overspoelt met berichten en in ieder ziekenhuis zie je wat de gevolgen zijn van de maatregelen. De receptie zit achter schermen, er zijn linten gespannen om op de juiste afstand te blijven en een strip geplakt op de vloer zodat je niet te dicht bij de volgende bezoeker kan staan. De winkeltjes en het restaurant is gesloten en je voelt de spanning als je door het ziekenhuis loopt. Goede uitleg en voorlichting is van groot belang. Even persoonlijke aandacht voor de mens achter deze verzorgers. Hun werk gebeurt altijd al in stilte, vaak in de kelder van het ziekenhuis, onzichtbaar voor de buitenwereld. Ze worden vaak overgeslagen als zorgverleners in het zonnetje worden gezet. We staan met zijn alle voor een grote uitdaging, maar ik ben tegelijkertijd trots dat ik daar deel van mag uit maken. Vanmiddag zal ik een videoboodschap maken voor al mijn mensen, met een warm applaus. Om ze te bedanken en omdat we samen, met zijn allen, nog een lange weg te gaan hebben!